stug - Bijvoeglijk naamwoord
1. weinig meegevend, weerbarstig
♢ Het valt niet mee die stugge vacht te borstelen.
2. weinig waarschijnlijk, niet te geloven
♢ Dat lijkt me echt stug.
3. (met name van personen) stijf, niet tegemoetkomend, stuurs
♢ De stugge houding van de vakbonden.
Gepubliceerd op 01-11-2017
stug
betekenis & definitie