Gepubliceerd op 02-11-2017

streektaal

betekenis & definitie

streektaal - Zelfstandignaamwoord
1. één of meer taalvariëteiten die in een bepaald gebied gesproken worden en onderling sterk gelijken.
Door de aanwezigheid van dialectcontinua is het meestal een heel lastige, zo niet een betekenisloze bezigheid om de grenzen van een streektaal te proberen vast te stellen.
2. één of meer taalvariëteiten van de overheid dit label hebben gekregen.
Het Nedersaksisch en het Limburgs zijn door de Nederlandse overheid erkend als streektaal.
3. dialect.

Woordherkomst
samenstelling van streek en taal

Verwante begrippen
dialect, minderheidstaal, standaardtaal, taalvariëteit