Gepubliceerd op 02-11-2017

stortregen

betekenis & definitie

stortregen - Zelfstandignaamwoord
1. zeer heftige regenbui
Is in Nederland de krant een meneer, hier is hij een dame. Een grijze nog wel. Elke ochtend - ze komt ook op zon- en feestdagen - lees ik The New York Times. Voor dag en dauw wordt ze oneerbiedwaardig de oprit op geslingerd in een blauwe plastic zak verpakt, bij stortregen in twee.

Woordherkomst
samenstelling van stort en regen

Synoniemen
gietbui, plasregen, plensbui, slagregen, stortbui, wolkbreuk, hoosbui

Antoniemen
motregen