stop - Zelfstandignaamwoord
1. (elektrotechniek) zekering die elektrische stroom begrenst doordat zij smelt
♢ Door de kortsluiting sloegen alle stoppen door.
2. halte (korte onderbreking)
♢ Bij de volgende stop moet ik echt naar de wc.
3. voorwerp dat een opening kan afsluiten
4. besluit om verdere groei of toename te stoppen (-> wervingsstop)
stop - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stoppen
♢ Ik stop
2. gebiedende wijs van stoppen
♢ stop!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stoppen
♢ stop je?
Synoniemen
[1] smeltveiligheid
Gepubliceerd op 02-11-2017
stop
betekenis & definitie