stiefzus - Zelfstandignaamwoord
1. dochter uit een voorafgaand huwelijk van iemands tweede vader of moeder
♢ Zijn stiefzus was een stuk ouder, maar ze konden het goed met elkaar vinden.
2. dochter uit een later huwelijk van iemands eigen vader of moeder
♢ Toen zijn vader hertrouwde kreeg zijn zelfs nog een stiefzus.
Woordherkomst
afgeleid van zus met het voorvoegsel stief-; op te vatten als (verkorting) van stiefzuster
Synoniemen
stiefzuster (formeler)
Gepubliceerd op 02-11-2017
stiefzus
betekenis & definitie