steunpilaar - Zelfstandignaamwoord
1. een pilaar waarop iets rust
♢ Toen de stalen steunpilaren heet werden door de brand stortte het gebouw ineen.
2. (figuurlijk) een persoon die heel belangrijk is voor een organisatie
♢ De amanuensis is de steunpilaar voor de onhandige natuurkundeleraar bij het doen van proefjes.
Woordherkomst
samenstelling van steun en pilaar
Synoniemen
[1] steunbalk, steunbeer
[2] hoeksteen, toeverlaat
Gepubliceerd op 02-11-2017
steunpilaar
betekenis & definitie