spoken - Werkwoord
1. (inerg) rondwaren, dolen als een spook
♢ Er werd de hele nacht gespookt en lol getrapt.
2. (onpr) door spoken bezocht worden
♢ Het lijkt wel of het hier spookt!
spoken - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord spook
Gepubliceerd op 02-11-2017
spoken
betekenis & definitie