Gepubliceerd op 02-11-2017

splijten

betekenis & definitie

splijten - Werkwoord
1. (ov) langs een nerf in tweeën breken
We hebben eerst dit stuk hout gespleten.
2. ergatief het proces van het in twee delen breken langs een nerf
Dit hout splijt gemakkelijk.

Woordherkomst
<Middelnederlands: spliten, vgl. Middelhoogduits: splizen, Oudfries splīta, < Proto-Indo-Europees *spleid «splinter, spaan», vgl Oudiers: sliss