speeltje - Zelfstandignaamwoord
1. iets dat dient om mee te spelen; stuk speelgoed; voorwerp van vermaak
2. een voorwerp dat door een zuigeling gebruikt wordt om mee te spelen
♢ Hij laat nu zijn speeltje met opzet op de grond vallen, zodat papa het weer op moet rapen.
3. gekscherend iets waar een groot iemand dol op is
♢ Ah, ik zie dat je weer een nieuw speeltje hebt? Een nieuwe BMW nog al liefst.
Gepubliceerd op 02-11-2017
speeltje
betekenis & definitie