Gepubliceerd op 02-11-2017

speelde samen

betekenis & definitie

speelde samen - Werkwoord
1. enkelvoud verleden tijd van samenspelen
♢Ik speelde samen
♢Jij speelde samen
♢Hij, zij, het speelde samen

Woordherkomst
uit speelde (werkwoord) en samen(bijwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan