Gepubliceerd op 02-11-2017

speeksel

betekenis & definitie

speeksel - Zelfstandignaamwoord
1. vocht dat in de mond vloeit uit de speekselklieren
Speeksel wordt gemaakt in de speekselklieren.

Woordherkomst
afgeleid van speek met het achtervoegsel -sel

Synoniemen
spuug, sputum, fluim

Verwante begrippen
kwijl, zever