spannen - Werkwoord
1. (ov) onder trekkracht brengen
♢ Hij spande een paar waslijnen tussen zijn tentstokken.
spannen - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord span
2. meervoud van het zelfstandig naamwoord spanne
Verwante begrippen
nauwer aanhalen, optuigen, opwinden, strekken, tuigen, uitrekken
Gepubliceerd op 02-11-2017
spannen
betekenis & definitie