Gepubliceerd op 02-11-2017

skiën

betekenis & definitie

skiën - Werkwoord
1. (inerg), (sport) zich over sneeuw voortbewegen op twee aan de voeten bevestigde lange latten
Er wordt daar 's winters veel geskied.
2. ergatief, (sport) zich over sneeuw ergens heen bewegen op twee aan de voeten bevestigde lange latten
We zijn van die hut naar de andere lift geskied.

Woordherkomst
afgeleid van ski met het achtervoegsel -en