skate - Zelfstandignaamwoord
1. een type rolschaats met achter elkaar geplaatste wielen.
♢ Ik gebruik mijn skates alleen in de zomer.
skate - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van skaten
♢ Ik skate
2. gebiedende wijs van skaten
♢ skate!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van skaten
♢ skate je
4. aanvoegende wijs van skaten
Woordherkomst
Via het Engelse skate, via het Latijnse scates, van het Nederlandse schaats
Verwante begrippen
[1] skaten
Gepubliceerd op 02-11-2017
skate
betekenis & definitie