Gepubliceerd op 02-11-2017

sjmoes

betekenis & definitie

sjmoes - Zelfstandignaamwoord
1. (Jiddisch-Hebreeuws) praatje, uitvlucht

sjmoes - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sjmoezen
♢ Ik sjmoes
2. gebiedende wijs van sjmoezen
sjmoes!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sjmoezen
sjmoes je?

Woordherkomst
Herkomst: Jiddisj