Gepubliceerd op 04-12-2017

onverschoonbaar

betekenis & definitie

onverschoonbaar - Bijvoeglijk naamwoord
1. een fout die je niet goed kunt praten
De arts die een onverschoonbaare fout had gemaakt mocht zijn beroep niet meer uitoefenen.

Woordherkomst
antoniem van verschoonbaar met het voorvoegsel on-

Synoniemen
onvergeeflijk

Antoniemen
verschoonbaar