ontstentenis - Zelfstandignaamwoord
1. (formeel) het niet voorhanden zijn, ontbreken, niet aanwezig zijn, verhinderd zijn (meestal door factoren buiten de macht van de betrokkene bijvoorbeeld ziekte, familieomstandigheden)
♢ Wegens ontstentenis van de griffier is hij niet in staat te ondertekenen.
2. het falen, mislukken
Woordherkomst
afgeleid van het verouderde ontstand, het verleden deelwoord van ontstaan, met het achtervoegsel -enis en met ablaut
Synoniemen
[1] afwezigheid
[2] mislukking
Zie ook
ontsteltenis
Gepubliceerd op 04-12-2017
ontstentenis
betekenis & definitie