Gepubliceerd op 04-12-2017

ontstentenis

betekenis & definitie

ontstentenis - Zelfstandignaamwoord
1. (formeel) het niet voorhanden zijn, ontbreken, niet aanwezig zijn, verhinderd zijn (meestal door factoren buiten de macht van de betrokkene bijvoorbeeld ziekte, familieomstandigheden)
Wegens ontstentenis van de griffier is hij niet in staat te ondertekenen.
2. het falen, mislukken

Woordherkomst
afgeleid van het verouderde ontstand, het verleden deelwoord van ontstaan, met het achtervoegsel -enis en met ablaut

Synoniemen
[1] afwezigheid
[2] mislukking

Zie ook
ontsteltenis