ontspannen - Werkwoord
1. (ov) in een minder gespannen staat brengen
♢ Hij genoot van het prachtige concert en dat ontspande hem behoorlijk.
2. (refl) trachten de spanningen van de dag weg te laten vloeien
♢ Probeer je wat te ontspannen, ga eens naar een concert!
ontspannen - Bijvoeglijk naamwoord
1. in een minder gespannen staat
♢ Ik heb geen problemen met mijn ontspannen arm.
ontspannen - Werkwoord
1. voltooid deelwoord van ontspannen
Woordherkomst
[1, 2] afgeleid van spannen met het voorvoegsel ont-.
voltooid deelwoord van ontspannen
Gepubliceerd op 04-12-2017
ontspannen
betekenis & definitie