ontscheept

betekenis & definitie

ontscheept - Werkwoord
1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontschepen
♢ Jij ontscheept
2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontschepen
♢ Hij ontscheept
3. verouderde gebiedende wijs meervoud van ontschepen
♢ ontscheept!

Woordherkomst
voltooid deelwoord van ontschepen