onteren - Werkwoord
1. (ov) iemand van zijn of haar eer beroven
♢ En er kwamen Babyloniers tot haar om liefdesgemeenschap met haar te hebben; zij onteerden haar met hun ontucht, en toen zij door hen onteerd was, keerde zij zich van hen af.
Woordherkomst
Afgeleid van eren met het voorvoegsel ont-.
Gepubliceerd op 04-12-2017
onteren
betekenis & definitie