ongewassen

betekenis & definitie

ongewassen - Bijvoeglijk naamwoord
1. niet schoon gemaakt
♢ De inspectie concludeert dat „onvoldoende zorg en ondersteuning” is geboden. Signalen van verwaarlozing – ongewassen kinderen, stinkende kleren, een vies huis – kwamen vanuit school, huisarts, politie en het ziekenhuis. De inspecties noemen de verwaarlozing „een vorm van kindermishandeling” die gemeld had moeten worden bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling. Dat dit niet gebeurde, wijt de inspectie aan gebrekkige samenwerking. Hulpverleners werkten langs elkaar heen en gingen er voetstoots vanuit dat stichting MEE, een instelling voor beperkten die bij het gezin betrokken was, de coördinatie op zich zou nemen. Dat was niet het geval.

Woordherkomst
afleiding van gewassen en met het voorvoegsel on-

Uitdrukkingen en gezegden
♦ iemand ongewassen iets zeggen
iemand iets zonder omwegen en zonder verfraaiingen zeggen

Synoniemen
smerig, vies, onverzorgd, onrein, goor, onzuiver, smerig, vuil