Gepubliceerd op 04-12-2017

ongetrouwd

betekenis & definitie

ongetrouwd - Bijvoeglijk naamwoord
1. niet getrouwd
De ongetrouwde vrouw wilde uitdrukkelijk juffrouw genoemd worden.
Een oudere ongetrouwdd vrouw wordt wel een oude vrijster genoemd.

Woordherkomst
antoniem van getrouwd met het voorvoegsel on-

Synoniemen
alleenstaand, ongehuwd, celibatair

Antoniemen
getrouwd