ongehuwd - Deelwoord
1. ontkennend deelwoord van huwen
1. attributief gebruikt
♢ Hij is het kind van een ongehuwde moeder.
2. als naamwoordelijk deel van het gezegde gebruikt
♢ Hij bleef ongehuwd.
3. bijwoordelijk gebruikt
♢ Het stel woont ongehuwd samen.
Woordherkomst
Afgeleid van gehuwd met het voorvoegsel on-
Gepubliceerd op 04-12-2017
ongehuwd
betekenis & definitie