Gepubliceerd op 04-12-2017

omver

betekenis & definitie

omver - Bijwoord
1. niet meer rechtopstaand
Na de worp lagen er zeven kegels omver.
2. bijwoordelijk deel van een scheidbaar werkwoord
omvertrekken: De menigte trok het standbeeld van de gehate dictator omver.

Woordherkomst
samenstelling van om en ver

Synoniemen
ondersteboven