omkleedde - Werkwoord
1. enkelvoud verleden tijd van omkleden
♢Ik omkleedde
♢Jij omkleedde
♢Hij, zij, het omkleedde
omkleedde - Werkwoord
1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van omkleden
♢... dat ik omkleedde
♢... dat jij omkleedde
♢... dat hij, zij, het omkleedde
Verwante begrippen
kleedde om
Gepubliceerd op 04-12-2017
omkleedde
betekenis & definitie