Gepubliceerd op 04-12-2017

normeloos

betekenis & definitie

normeloos - Bijvoeglijk naamwoord
1. zonder aanvaarde regels
Het is normeloos als de natuur, waarin de steen weegt, de plant groeit, het dier verslindt.

Woordherkomst
afgeleid van norm met het achtervoegsel -loos met het invoegsel -e-

Synoniemen
normloos