Gepubliceerd op 17-10-2017

-noom

betekenis & definitie

-noom - Achtervoegsel
1. (m) ter vorming van zelfstandig naamwoorden die te maken hebben met deskundigen op een bepaald gebied (aangegeven door -nomie)
2. (m) ter vorming van zelfstandig naamwoorden die een apparaat aangeven betrekking hebbend op het grondwoord zoals metronoom
3. bijvoeglijk naamwoorden zoals autonoom, heteronoom
4. (m) zelfstandig gebruik van bijvoeglijk naamwoorden zoals polynoom
* voor woorden die te maken hebben met gezwellen zie -oom

Woordherkomst
afgeleid van het Griekse 'nómos' (gewoonte, regel, wet)

Verwante begrippen
-nomie, -loog, -logie