nestel - Zelfstandignaamwoord
1. (schoeisel) een metalen of kunststoffen ringetje of buisje aan het eind van een veter dat rafelen tegengaat
♢ Je moet het nesteltje niet van de veter halen, want dan krijg je een kwast.
nestel - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nestelen
♢ Ik nestel
2. gebiedende wijs van nestelen
♢ nestel!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nestelen
♢ nestel je?
Synoniemen
malie
Gepubliceerd op 04-12-2017
nestel
betekenis & definitie