naturel - Zelfstandignaamwoord
1. zacht verstevigd, katoenen weefsel
naturel - Bijvoeglijk naamwoord
1. natuurlijk, puur, onvermengd, onbewerkt, ongekleurd, cru
Woordherkomst
van het Frans
Gepubliceerd op 04-12-2017
naturel
betekenis & definitie