nanoporositeit - Zelfstandignaamwoord
1. (scheikunde) de aanwezigheid van poriën in de grootteorde van enige nanometers
♢ Dit zijn polymeren met groot vrij volume, die een inherente nanoporositeit hebben en daarmee geschikt zijn voor toepassing in specifieke gas- en dampscheidingen.
Woordherkomst
afgeleid van porositeit met het voorvoegsel nano-
Gepubliceerd op 04-12-2017
nanoporositeit
betekenis & definitie