Gepubliceerd op 04-12-2017

nachtzuster

betekenis & definitie

nachtzuster - Zelfstandignaamwoord
1. verpleegkundige die nachtdienst heeft
In ‘Nachtzusterkreeg de eersteklas blazerssectie vrij spel en mocht Vrien­ten zijn hoogste stemmetje opzetten om ‘Doe iets aan de pij-ijn’ te smeken.
De directie van Reggeland Zorgvoorzieners in Almelo heeft met een nieuwe brief geprobeerd om de ongerustheid onder bewoners van woonzorgcentrum Buurstede weg te nemen. Die ongerustheid is ontstaan doordat in een eerdere brief werd aangekondigd dat de 'eigen' nachtzuster uit Buurstede gaat verdwijnen.

Woordherkomst
samenstelling van nacht(zelfstandig naamwoord) en zuster(zelfstandig naamwoord)

Synoniemen
nachtverpleegster, wachtzuster