naakt - Bijvoeglijk naamwoord
1. zonder beharing of andere fysieke bescherming van de huid, ontkleed
2. puur, onverbloemd, zonder franje
♢ De naakte waarheid, zei de revisor, is dat de naakte cijfers bewijzen dat uw uitgeverij zonder haar blootblad niet rendabel zou zijn.
naakt - Zelfstandignaamwoord
1. afbeelding van een naakte persoon of groep, inz. als kunstwerk of porno
2. naaktheid als begrip
♢ Hij is niet vies van een beetje naakt.
naakt - Werkwoord
1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van naken
♢ Jij naakt
2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van naken
♢ Hij naakt
3. verouderde gebiedende wijs meervoud van naken
♢ naakt!
Synoniemen
bloot, onbedekt, ontkleed
Gepubliceerd op 04-12-2017
naakt
betekenis & definitie