Gepubliceerd op 04-12-2017

mottig

betekenis & definitie

mottig - Bijvoeglijk naamwoord
1. door de mot aangevreten waardoor er in kleding allemaal kleine gaatjes kunnen zitten
Na een jaar in de kast te hebben gehangen was het wollen pak helemaal mottig geworden.
2. (België) heel lelijk

Woordherkomst
afleiding van mot met het achtervoegsel -ig