moordend

betekenis & definitie

moordend - Werkwoord
1. onvoltooid deelwoord vanmoorden

moordend - Bijvoeglijk naamwoord
1. met opzet dodend, bloeddorstig
2. (figuurlijk) heel erg, slopend, funest
♢ Het was die zomerdag moordend heet.
♢ Het is tekenend voor niet alleen de schoonmakers, maar voor veel meer werknemers in Nederland. Het systeem van aanbesteding zorgt voor een moordende concurrentieslag tussen bedrijven. Opdrachtgevers kijken alleen naar de prijs, niet naar kwaliteit. Zo ontstaat een race naar beneden, met werknemers als grote verliezers.