monocultuur - Zelfstandignaamwoord
1. (landbouw) landbouw met één gespecialiseerd gewas
♢ Op bananenplantages wordt vaak gewerkt met monoculturen.
2. (sociologie) eenzijdige samenstelling van mensen, producten of diensten binnen een samenleving
♢ Vele dictatoriale regimes maken gebruik van een monocultuur op het vlak van bepaalde diensten.
Woordherkomst
Afgeleid van cultuur (teelt) met het voorvoegsel mono-.
Antoniemen
[1] mengteelt, polycultuur, vruchtwisseling
[2] multicultuur
Gepubliceerd op 04-12-2017
monocultuur
betekenis & definitie