Middelhoogduits - Eigennaam
1. (taal) de Hoogduitse dialecten die in het tijdperk van de hoge middeleeuwen (1050-1350) in grote delen van Duitsland werden gesproken; ontstaan uit het Oudhoogduits en overgegaan in het Vroegnieuwhoogduits
Woordherkomst
samenstelling van middel en Hoogduits
Gepubliceerd op 17-10-2017
Middelhoogduits
betekenis & definitie