Gepubliceerd op 04-12-2017

middagmaal

betekenis & definitie

middagmaal - Zelfstandignaamwoord
1. maaltijd die men rond 12 uur eet
Ik had van mijn moeder voor school een middagmaal meegekregen bestaand uit 2 boterhammen met worst, 2 boterhammen met kaas en één boterham met jam. Ook zat er een beker melk en een appel bij, en natuurlijk een servet om mijn handen schoon te maken na het eten. Dit alles had ze keurig verpakt in een boterhamtrommel.

middagmaal - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van middagmalen
♢ Ik middagmaal
2. gebiedende wijs van middagmalen
middagmaal!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van middagmalen
middagmaal je?

Woordherkomst
samenstelling van middag en maal

Synoniemen
lunch, 12-uurtje, middagmaaltijd

Verwante begrippen
ontbijt, avondmaal