met ingang van - Voorzetsel
1. (formeel) vanaf, beginnende, aanvang hebbende
♢ U kunt met ingang van 1 maart van de woning gebruik maken.
Woordherkomst
vaste verbinding van met (voorzetsel) en ingang (zelfstandig naamwoord) en van (voorzetsel)
Gepubliceerd op 04-12-2017
met ingang van
betekenis & definitie