Gepubliceerd op 04-12-2017

mestvarken

betekenis & definitie

mestvarken - Zelfstandignaamwoord
1. (veeteelt) (verouderd) een varken dat men vetmest voor het vlees
Minister Veerman (Landbouw) heeft de Tweede Kamer beloofd niet meer te zullen spreken van mestvarkens en mestkippen, maar de dieren in het vervolg aan te duiden als vleesvarkens en vleeskippen.
Op 3 juni startte de tweede inschrijfperiode. De dossiers van 2001 die niet meer konden behandeld of uitbetaald worden, kwamen het eerst in aanmerking. Zij vertegenwoordigen een budget van circa 10 miljoen euro. Per zeug is er een vergoeding van 389,7 euro voorzien, per mestvarken 117,5 euro.
2. (pejoratief) gulzigaard, schrokker, veelvraat

Woordherkomst
samenstelling van mest(werkwoord) en varken

Synoniemen
[1] schotvarken, vleesvarken

Verwante begrippen
mestkippen