meneer - Zelfstandignaamwoord
1. een formele manier om een man aan te spreken
♢ Dag, meneer De Vries!
2. een nette man
♢ Je bent een hele meneer in dat pak!
meneer - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meneren
♢ Ik meneer
2. gebiedende wijs van meneren
♢ meneer!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meneren
♢ meneer je?
Woordherkomst
Samentrekking van mijnheer, een samenstelling van mijn en heer.
Synoniemen
[1] mijnheer
[2] heer
Antoniemen
mevrouw
Gepubliceerd op 04-12-2017
meneer
betekenis & definitie