Gepubliceerd op 04-12-2017

masora

betekenis & definitie

masora - Zelfstandignaamwoord
1. (Jiddisch-Hebreeuws) benaming van een geheel van aantekeningen waarmee verschillende generaties joodse schriftgeleerden in de periode 500-1000 zorgden voor een nauwkeurige vastlegging van de overgeleverde tekst van de Tenach (OT); deze aantekeningen betreffen enerzijds de tekst zelf, anderzijds de uitspraak en voordracht daarvan

Woordherkomst
Herkomst: Hebreeuws, letterlijk: 'overlevering'