Gepubliceerd op 04-12-2017

marcheren

betekenis & definitie

marcheren - Werkwoord
1. (inerg) lopen in een georganiseerde en uniforme ritmische stoet
Zij hadden al enige uren gemarcheerd.
2. ergatief ergens heen lopen in een georganiseerde en uniforme ritmische stoet
Ze waren nog niet over de brug gemarcheerd toen het zwaar begon te hagelen.

Woordherkomst
afgeleid van het Franse marcher (met het achtervoegsel -eren)

Verwante begrippen
mars