Gepubliceerd op 04-12-2017

makroon

betekenis & definitie

makroon - Zelfstandignaamwoord
1. (voeding) amandelkoekje, bitterkoekje, koekje bereid uit amandelspijs en eiwit, met naar plaats en tijd verschillende bereidingswijzen: rond 1900 in België en Zuid-Nederland vooral een heel klein meelkoekje op papier vastgebakken, vanaf de twintigste eeuw ook twee koekjes op elkaar met een zachte vulling ertussen, vaak met opvallende kleuren.
[...]; tegen het zekere verlies van sous-stukken en de onzekere winst van makroonen of glaswaar schuiven aankomende jongelingen ivoren of houten ballen onder opstaande kroesen op eironde biljarttafels; [...]
Wie opgepimpte makronen wil: prak een paar aardbeien fijn, roer ze door twee eetlepels mascarpone. En gebruik ze als plakmiddel tussen twee makronen.

Woordherkomst
van makron

Synoniemen
makaron
makron