maftier - Zelfstandignaamwoord
1. (Jiddisch-Hebreeuws) afsluitende verzen van de Toraperikoop in de synagoge
2. (Jiddisch-Hebreeuws) degene (voor wie deze verzen worden gelezen en) die de lezing uit de Profeten (haftara) doet
Woordherkomst
Herkomst: Hebreeuws, letterlijk: 'afsluiter'
Verwante begrippen
acharon, masjliem, samoech
Gepubliceerd op 04-12-2017
maftier
betekenis & definitie