Gepubliceerd op 04-12-2017

lust

betekenis & definitie

lust - Zelfstandignaamwoord
1. (seksualiteit) seksueel verlangen, geilheid, wellust
Hij gaf toe aan zijn dierlijke lusten.
2. behoefte of verlangen (zin om) iets te doen
Na die vermoeiende dag had hij geen enkele lust meer om dat te doen.
3. plezier, genot

lust - Werkwoord
1. enkelvoud tegenwoordige tijd van lusten
2. gebiedenwijs van lusten

Woordherkomst
Lust betekent begeerte, hevig verlangen. Het woord verscheen omstreeks 1265-1270 in de Middelnederlandse taal, onder invloed van het Oudhoogduitse, Oudfriese en Oudengelse lust, het Oudsaksische lusta en het Gotische lustus. Het woord hangt samen met het Latijnse lascivus, "dartel", het Oudgriekse lilaiomai, "ik begeer", en Oudindisch lasati, "hij streeft

Antoniemen
onlust

Verwante begrippen
begeerte, hartstocht, neiging, roes, verwoedheid, wens, zucht