Gepubliceerd op 04-12-2017

luizig

betekenis & definitie

luizig - Bijvoeglijk naamwoord
1. armoedig
De luizige zwerver had geen nagel om zijn gat te krabben.
2. vies, smerig
De luizige zwerfkat moest eerst gewassen worden voordat hij in het dierenasiel mocht verblijven.

Woordherkomst
afleiding van luis met het achtervoegsel -ig