Gepubliceerd op 04-12-2017

luit

betekenis & definitie

luit - Zelfstandignaamwoord
1. (muziekinstrument) een snaarinstrument met een peervormige resonantiekast en een vlak bovenblad, de hals en kop staan meestal haaks op elkaar
De luit is een tokkelinstrument.

luit - Werkwoord
1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van luien
♢ Jij luit
2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van luien
♢ Hij luit
3. verouderde gebiedende wijs meervoud van luien
luit!

Verwante begrippen
aartsluit, balalaika, chitarrone, cister, gitaar, harp, mandoline, sitar, theorbe