luierik - Zelfstandignaamwoord
1. (pejoratief) een lui persoon
♢ Luieriken moet ik niet hebben, werken moeten ze!
luierik - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van luieriken
♢ Ik luierik
2. gebiedende wijs van luieriken
♢ luierik!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van luieriken
♢ luierik je?
Woordherkomst
Afgeleid van lui met het achtervoegsel -erik.
Synoniemen
luilak
Gepubliceerd op 04-12-2017
luierik
betekenis & definitie