Gepubliceerd op 04-12-2017

luchtig

betekenis & definitie

luchtig - Bijvoeglijk naamwoord
1. met lucht doortrokken
Dit luchtige baksel is erg lekker.
2. van vrolijke aard, zorgeloos
Dit was het luchtigste optreden dat ik ooit van hem gezien heb; meestal is hij vrij ernstig.

Woordherkomst
afgeleid van lucht (stam van het werkwoord luchten) met het achtervoegsel -ig

Verwante begrippen
[1] dun, fris, [2] lichtzinnig