Gepubliceerd op 04-12-2017

lossen

betekenis & definitie

lossen - Werkwoord
1. (ov) losser maken
Het regime lijkt de ijzeren greep op het land wat te lossen.
2. (ov) afschieten
Tijdens de achtervolging losten de agenten een aantal schoten.
3. (ov) ontladen, afladen
Het schip lost zijn lading in de haven.
4. (ov) zich ontdoen van
De renner loste in de laatste ronde zijn laatste medevluchter.
5. (inerg) afhaken, achteropraken
De geletruidrager kon nog even bij het groepje aanhaken maar moest toen toch lossen.

lossen - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord los

Woordherkomst
afgeleid van los met het achtervoegsel -en

Verwante begrippen
loslaten, tappen, uitlaten, vieren, weglaten